Foto
Ken je Bono de Boskabouter al? Wat een kabouter is dat toch! Hij heeft zes verschillende kanten. Soms is hij rood, dan laat hij zich vooral door zijn emoties leiden. De andere keer is hij weer zwart, wat een pessimist kan hij dan toch zijn! Af en toe heeft hij ook geweldige creatieve oplossingen, dan heeft hij een groene bui. En als Bono zin heeft om veel feiten op te gaan zoeken, laat hij zich leiden door wit. Ook zie ik hem wel eens met een blauwe hoed, dan zorgt Bono dat alles overzichtelijk en gecontroleerd gebeurd. Maar het liefst zie ik Bono in een gele bui, dan is hij zo lekker positief. 

Bono past zich graag aan de situatie aan. Soms is het nodig om kritisch te zijn, dan zet hij zijn zwarte hoed op. Het gebeurt ook wel eens dat er een leider nodig is, dan haalt hij de blauwe hoed tevoorschijn. Bij elk overleg wil Bono dat er verschillende kleuren te zien zijn, dan kom je pas echt tot een discussie. Waar Bono vooral blij van wordt, is mensen die de uitdaging aan durven om een andere kleur te proberen. Als Bono dat ziet, dan is zijn hele dag weer geel!

Wil je weten hoe Bono de Boskabouter aan zijn naam komt? Dat zal ik dan eens vertellen. De ouders van Bono kenden een hele slimme meneer, zijn naam was Edward de Bono (nee, niet Edward de vampier). De ouders van Bono vonden meneer de Bono zo'n slimme man, dat ze hun piepkleine zoontje naar hem vernoemd hebben. 
Maar waarom vonden ze meneer de Bono dan zo'n slimme man? 

Dat komt omdat meneer de Bono een manier had bedacht om helder te kunnen communiceren (Wikipedia, 2013). Op het plaatje hieronder zie je de zes hoeden met de kleuren die hij bedacht heeft. Elke kleur geeft bepaalde eigenschappen aan die leiden tot het vormen van een bepaalde mening. Deze meningen kunnen botsen en dit leidt vaak tot interessante discussies. Wat heeft dit te maken met innovatie en ICT in het onderwijs? Lammerts (2013) zegt dat interessante discussies ervoor zorgen dat innovatieve processen ontstaan. Innovatie kan alleen plaatsvinden als er helder over gecommuniceerd wordt en de denkhoeden zijn daarbij een handig hulpmiddel.

Vandaag heb ik nog in gedachte gebruik gemaakt van de denkhoeden. De opdracht was: ontwerp je ideale school. Alles kan, alles is mogelijk en je mag geen 'ja, maar...' zeggen. Oké! Cool! Zweinstein! In een groepsverband zijn we aan de slag gegaan. Al gauw merkte ik dat ik de blauwe hoed op had, het is vrij lastig om die dan weer af te zetten. Toch hoop ik dat het me aardig is gelukt, volgens mij is iedereen het uiteindelijk eens met ons eindconcept. Ik denk dat dit komt omdat niemand in onze groep de zwarte hoed op had, maar iedereen de geel/groene hoed op had. Het was een geweldige samenwerking!

Onze school ziet er als volgt uit:
Het kasteel van Zweinstein is de thuisbasis. Hier volgen de leerlingen de taal en rekenlessen in hun vaste klas. Daarnaast is er op Zweinstein een ruimte met heel veel QR codes, deze codes geven een probleem weer. Een voorbeeld: Het teveel aan uitlaatgassen in de wereld. Een kind gaat naar de area 'de wereld en de ruimte' en probeert daar een oplossing voor dat probleem te vinden. Zodra dit is gelukt, haalt de leerling een level. Het probleemoplossend vermogen komt dan bijvoorbeeld op level 8. Terug op Zweinstein kan de leerling op zijn eigen 'wall of fame' zijn awards terug zien. Daarbij zien leerlingen ook op welk level ze zijn met hun 21st century skills. 
De areas in onze school zijn naast de wereld en de ruimte:
- Een atelier
- Een garage
- Een bos met dieren
- Een meer
Daarnaast zijn er overal op school devices te vinden waar kinderen mee mogen werken, zijn de kinderen verplicht om hun telefoon mee te nemen en zijn er zogenaamde 'social cards' die ze moeten verzamelen. De social cards zijn kaarten van de andere kinderen van school, op deze manier komen de kinderen in contact met elkaar.
Nog een leuk feitje over onze school: om van area naar area te gaan zijn er glijbanen. 


Wikipedia (2013). De zes denkhoeden van de Bono. http://nl.wikipedia.org/wiki/Edward_de_Bono. Bezocht op: 21-3-2013.

 
Wat zijn die kinderen toch blij met mij.. 'Yes, juf Ilona is er! We gaan werken aan het project!' 'Wat gaan we volgende week doen?' 'Mogen we thuis verder werken aan Prezi?' Maar natuurlijk, ga je gang! Ga maar lekker aan de slag met Twitter, Prezi en het ontwerpen van je eigen recreatiegebied. 

Ja, ze zijn heel erg blij met mij. Tot ze te horen krijgen dat we de recreatiegebieden gaan presenteren, *dramatische pauze*, aan de ouders. Twintig kelen moeten even slikken. Één paar ogen kijkt me meteen verschrikt aan. Presenteren aan de klas? Prima, doen we. Dat is bijna hetzelfde als het houden van een spreekbeurt. Presenteren aan de ouders? Ai, dat is andere koek.

Kinderen zijn vaak bang om te presenteren of te vertellen. Waarom? Tja, het kan natuurlijk gebeuren dat je je verhaal kwijt bent. Of misschien sta je te trillen van de zenuwen. So what!? Je bent het zo weer vergeten, vooral als je ouders zeggen dat ze apetrots op je zijn. Want apetrots gaan ze op die groepjes zijn, net als ik trouwens. Want ook al ken ik ze pas sinds Carnaval, wat ben ik trots op wat de kinderen tot nu toe hebben bereikt. 

Neem nou eergisteren. Er kwam spontaan een jongen naar mij toelopen die vroeg waarom we dit project eigenlijk deden. Tja, daar springen we natuurlijk op in. 
'Oké jongens, leg je potloden neer. O nee, laat de muis los. Er werd net aan mij gevraagd waarom we dit doen, dat ga ik even uitleggen. We zijn bezig met de 21st century skills.' 
'De wat?' 
'Laat me even uitpraten. De 21st century skills zijn vaardigheden die ieder kind in de toekomst nodig heeft. Bijvoorbeeld kritisch denken en zelf je problemen oplossen.' 
'O, we doen dit dus niet voor de lol?' 
'Nee, wat dacht jij dan? Natuurlijk doen we dit voor de lol, maar je leert er ook nog heel veel van!'

De dag daarna lees ik in een tweet de vraag: 'Wat doe je als iemand wordt vermoord in je park?' Tja, je kan ervan denken wat je wilt, maar het is een (nogal groot) probleem. Probleemoplossend vermogen komt dus zeker aan bod!

Projectmatig werken klinkt vaak 'eng' in onderwijsland, vooral als er dan ook nog een term als '21st century skills' bij komt kijken. Maar wat is het makkelijk als je er eenmaal aan begint. Het vraagt wat voorbereiding en creativiteit, maar dat betaalt zich allemaal uit. Ik heb nu al zin in mijn volgende project. Waar zal ik het eens over doen? O, idee! Verander het einde van de Harry Potter series en maak hier een film over! Wauw, ik kan niet wachten om eraan te beginnen!

Ik kan echt nog uren doorgaan op dit theorieloze blog over het project, wat een geweldige ervaring! Wil je meer informatie over het project? Zoek dan even contact met mij op de pagina 'wie ben ik?'. 

Ik had nog beloofd dat ik terug zou koppelen over flipping the classroom. Tja, wat zal ik er eens van zeggen? Een aantal kinderen reageerden enthousiast over het concept, het betekent nog meer gebruik maken van het succesvolle Twitteraccount. Het nadeel van het experiment was dat er een vijftal kinderen niet op Twitter hadden gekeken. Zelfs niet na de vele herhalingen en de herinnering op het bord. Voor die kinderen was het zaak om extra goed op te letten tijdens mijn reflectie over het flippen. Naast die informatie moesten ze er zelf maar achter komen wat de opdracht was. Ieder groepje had natuurlijk mensen die het uit konden leggen, maar de kinderen die niet op Twitter hadden gekeken, hadden van tevoren niks bedacht. Hun inbreng was beduidend minder, wat erg jammer was. Een stukje zelf verantwoordelijkheid nemen is dus wel belangrijk om aan de kinderen mee te geven als je wilt werken met flipping the classroom. Ik had er natuurlijk voor kunnen kiezen om de vijf kinderen die niet wisten wat de opdracht was toch nog de uitleg te geven, maar op die manier had ik dat hele flipping the classroom net zo goed niet 


 
Foto
Flipping the classroom is een onderwijsconcept dat veel vraagt van de zelfstandigheid van leerlingen. Riendeau (2012) legt het helder uit, hij stelt dat flipping the classroom betekent dat je alles omgooit. In plaats van op school instructie te krijgen, krijg je die thuis in de vorm van een filmpje o.i.d. Op school is er dan ruimte voor verwerking. Tijdens de verwerking kan de leerkracht goed inspelen op wat het individu nodig heeft. Kinderen die aangeven de instructie te begrijpen kunnen zelfstandig aan meer uitdagende taken beginnen. 

Wat vraagt dit nou eigenlijk van leerlingen? Ten eerste krijgen kinderen meer verantwoordelijkheid over hun eigen leren. Als ze ervoor kiezen om thuis niet naar de instructie te kijken, kan dat niet door de leerkracht gecontroleerd worden. Als ze vervolgens de verwerking wel aankunnen, moet je je afvragen of dat kind de instructie wel nodig had. Daarnaast kunnen kinderen makkelijker aangeven de stof al te begrijpen en heb je als leerkracht dus meer tijd om de kinderen te helpen die worstelen met de stof. 

Nadeel van flipping the classroom op de basisschool is dat kinderen niet gewend zijn aan huiswerk. Alleen de bovenbouw krijgt elke week (werkwoord)spelling en breuken-huiswerk mee en dat is vaak een kwestie van 'invullen maar!' Ik heb in groep 7 het concept besproken en ik heb met de kinderen afgesproken dat de instructie voor de volgende les op Twitter komt te staan. De kinderen zijn in het kader van 21st century skills een eigen recreatiegebied aan het ontwerpen, daarbij wordt Twitter gebruikt om te brainstormen over bepaalde ideeën. Ik heb nu op onze account een voorbeeld geplaatst van de plattegrond van mijn camping (de camping gebruik ik als voorbeeld voor het hele project). 




























In mijn volgende blog zal ik de bevindingen van kinderen laten weten. Ik ben benieuwd hoe snel ze zelfstandig aan de slag kunnen met hun plattegrond!



Riendeau, D. (nov. 2012). The Physics teacher. Volume 50, pagina 507.

 
Foto
Ik was een paar dagen geleden de familiefilm Mees Kees aan het kijken. Een echte aanrader! Voor wie de film (en de boeken) niet kent: een korte samenvatting: Groep 6 is een pittig klasje, de juf vindt het dan ook helemaal niet erg dat ze met zwangerschapsverlof gaat. Maar een invaller regelen, dat valt nog niet mee. Daarom komt de stagiaire Kees in de klas. Hij weet niet zo goed wat hij moet doen, maar gelukkig helpt de klas hem daarbij. Dit zorgt voor de meest leuke en leerzame avonturen. 
Terwijl ik zat te kijken en medelijden kreeg met Tobias, hij had net zijn vader verloren, kwam het eerste shot van de klas in beeld. Een standaard klaslokaal met tafeltjes, een bureau en uiteraard een bord. Maar wat voor bord? Een krijtbord! Dat is toch niet meer van deze tijd?!

Of is een krijtbord nog wel van deze tijd? In veel klassen hangen tegenwoordig digiborden, maar wordt daar ook optimaal gebruik van gemaakt? Ik heb al te veel voorbeelden gezien van het digibord dat gebruikt wordt als krijtbord. Dan is het wel een duur hulpmiddel, of niet soms? Want dat is het, een hulpmiddel, sterker nog: een didactisch hulpmiddel. Er zijn een heel scala aan tools te vinden die makkelijk in gebruik zijn. Je moet alleen even weten waar je moet zoeken. Ik vind de meeste tools op Twitter. Als mensen een tool tegenkomen die ze handig vinden, delen ze die op Twitter. Wil je mij volgen op Twitter? Dat kan! Je kan me vinden onder de naam: @Ilona_van_Aert. 

Een nadeel van al de tools die je kan vinden, is dat het moeilijk is om de bruikbare tools te selecteren. Welke tools hebben nu echt didactische meerwaarde in je klas? Dat blijft voor mij ook een vraag, ik hoop daar over een aantal weken antwoord op te kunnen geven. Help me er nog eens aan herinneren!

Foto
Ik was gisterenavond in het eLab van Innofun. Daar ben ik op zoek gegaan naar de didactische meerwaarde van tools. Ik ben er wederom achtergekomen dat niet elke tool die meerwaarde bezit. Ik ben er ook achter gekomen dat je niet per se ICT nodig hebt om een doel te behalen. Het bewijs hiervoor vinden we in het huidige onderwijssysteem, daar worden doelen behaald zonder dat er gebruik wordt gemaakt van technologie. Maar wat 
sla je de plank mis als je denkt dat het zo door kan blijven gaan! ICT brengt zoveel meer teweeg in de klas, de kinderen gaan er actief door leren. En het hoeft niet moeilijk te zijn, begin rustig. Start met het maken van een les op het bord of laat een keer een filmpje zien die bijdraagt aan de lesstof. Ga vervolgens eens kijken naar de mogelijkheden van Twitter in de klas. Wil je niet dat andere mensen zien wat je op Twitter doet? Maak dan een gesloten account aan. Ik heb dat ook gedaan. Ik wilde Twitter inzetten om kinderen te motiveren, om te evalueren en om samen tot ideeën te komen. Misschien dat ik ooit de pagina nog openbaar maak, maar tot nu toe heeft dat geen meerwaarde. 

Er zit een gigantisch nadeel aan deze oproep. De mensen die dit lezen, zijn al geïnteresseerd in ICT gebruik in het onderwijs. Zij hebben de eerste stappen al gezet, ze zijn vast ook al verder dan ik. Aan hen wil ik vragen of ze mijn boodschap door willen geven. Laat anderen proberen en laat ze erachter komen dat een iPad in de klas niet alleen een speeltje is, maar echte meerwaarde heeft. 

Als je kijkt naar de innovatietheorie van Rogers, vallen de mensen die dit soort blogs lezen veelal onder dezelfde categorieën. Zij zijn de Innovators, Early Adaptors en de Early Majority. Het zijn de mensen die meegaan met de nieuwe technologieën en deze toepassen. In het schema hieronder zie je dat maar 2,5% van de mensen Innovators zijn, zij zetten meestal de eerste stappen. Zij trekken anderen mee, die trekken weer anderen mee etc. Uiteindelijk zal een groot deel meegaan met de technologie. Dit is echter te laat, of ze zijn er niet enthousiast over. Bij deze dus nogmaals de oproep, maak enthousiast, trek iedereen mee! Een quote van Innofun: zorg dat de leerlingen van de 21e eeuw ook leerkrachten van de 21e eeuw krijgen!
















Bredero, B. (2012). Mees Kees, de film. Bekeken op: 03-03-2013. 
Wikipedia (2013). Innovatietheorie van Rogers. nl.wikipedia.org/wiki/Innovatietheorie_van_Rogers. Bezocht op: 08-03-2013.

Brand, G., Kesselring, M. (2013). Bezoek eLab bij Innofun. 07-03-2013. 


    Voor meer informatie over wie ik ben, klik dan hierboven op de knop 'wie ben ik?'. 
    Wil je kennis maken met verschillende tools? Klik dan hierboven op de knop 'tools'.

    Author

    Ilona van Aert
    Student PABO Tilburg

    Archives

    Maart 2013
    Februari 2013

    Categories

    All